Logo One Planet
Avocado aan boom
Avocado aan boom

Avocado's (Mexico): Oriëntatie

Lesbrief voor docenten

Avocado’s worden steeds meer gegeten in Nederland, meer mensen gebruiken dit superfood regelmatig in de keuken. Superfood is voedsel wat vol met gezonde stoffen zit. Waarschijnlijk vind je avocado eten heel normaal. Ze worden gegeten bij het ontbijt, de lunch, het avondeten, maar ook als snack. Denk aan avocado op toast, salades of guacamole. 

Maar de avocado was niet altijd zo populair. Vroeger werd het vooral lokaal gegeten, in Mexico bijvoorbeeld. Daar groeien de avocadobomen en daar is een avocado net zoals een aardappel bij ons. Maar vliegtuigen en boten zijn sneller geworden, waardoor voedsel makkelijker kan worden vervoerd. Nu wordt de avocado overal ter wereld gegeten. 

Je denkt waarschijnlijk nooit na over wat een avocado allemaal heeft meegemaakt voordat die op je bord belandt. Nu iedereen avocado’s wil eten, moeten boeren veel meer avocado’s produceren. Dit zorgt voor onrust in het land, zoals watertekorten en oorlogen tussen bendes (gangoorlogen). Daarbij is er natuurlijk ook nog het probleem van milieuvervuiling door het plastic waarin avocado’s worden verpakt. De Voedselvlucht neemt je mee naar Mexico, de geboorteplek van de avocado.

In deze module verwerven leerlingen basiskennis over avocado's. Ze leren over de herkomst van avocado's, de diverse gerechten die je ermee kunt bereiden, en maken kennis met de impact van avocado's op het milieu. Ze zullen ook hun eigen mening delen over avocado's. De module omvat vier opdrachten, namelijk: het aanwijzen van Mexico op de wereldkaart, het maken van een woordweb over gerechten met avocado, het bespreken van een stelling of ze avocado's lekker vinden en het bekijken van een video van de NOS.

Mexico op wereldkaart

Wereldkaart met Mexico aangegeven in het groen
1. Waar komen avocado's oorspronkelijk vandaan?

Waar komen avocado’s eigenlijk vandaan? Avocado’s hebben een warm klimaat nodig en groeien dus niet in onze achtertuin, want daar is het veel te koud voor de avocado. De grootste producent van avocado's is Mexico. Dat is niet bepaald in de buurt.


  1. Laat een wereldkaart zien en vraag de leerlingen waar zij denken dat Mexico ligt. Als alternatief kunt u een kaart laten zien met alle continenten en de leerlingen laten opschrijven in welk werelddeel zij denken dat Mexico ligt. Ga dan de verschillende continenten af en laat de leerlingen hun hand opsteken bij het werelddeel dat ze hebben opgeschreven. 
  2. Laat vervolgens het juiste antwoord zien: Mexico ligt in Noord-Amerika. Dat betekent dat de avocado helemaal over de Atlantische Oceaan moet reizen voordat deze in de supermarkt bij jou in de buurt ligt. De avocadobomen groeien trouwens ook in delen van Zuid-Amerika en niet alleen in Mexico.
  3. Bespreek kort waarom avocado's niet in Nederland kunnen groeien en waarom ze wel in Mexico groeien.


2. Woordweb maken over gerechten met avocado's

Wat voor gerechten zijn er allemaal met avocado’s? De leerlingen gaan samen met hun klas een woordweb gaan maken van alles wat ze met avocado's kunnen maken. Dit kan in tweetallen, groepjes van 4-5 leerlingen of klassikaal.


  1. Leg kort uit wat een woordweb is en geef een voorbeeld.
  2. Zorg dat er genoeg materiaal is om het woordweb op te maken, bijvoorbeeld een groot vel papier of een digitaal whiteboard. Dit kan ook via programma’s zoals LessonUp or Mentimeter waarbij de leerlingen hun antwoord kunnen opsturen vanaf hun telefoon.
  3. Geef de leerlingen de opdracht om zoveel mogelijk gerechten met avocado op te schrijven. Zorg dat ze hun antwoorden overleggen en bespreken met elkaar.
  4. Wanneer ze klaar zijn, laat de groepjes om de beurt hun gerechten noemen en voeg deze toe aan het woordweb. Moedig leerlingen aan om verder te denken dan alleen guacamole en om ook te denken aan minder bekende gerechten met avocado.


3. Stelling: Avocado's zijn lekker.

Je kan best veel met avocado’s, maar vinden jullie ze zelf eigenlijk wel lekker? Neem eventueel een avocado mee voor de leerlingen (die nog nooit avocado hebben geprobeerd) om te proeven.


  1. Introduceer de stelling aan de klas: "Avocado's zijn lekker. JA! / Een beetje / Ew, nee." 
    - JA!
    - Een beetje
    - Ew, nee.
    U kunt ook de stelling op het bord schrijven en de leerlingen laten discussiëren of de leerlingen laten stemmen via een programma als LessonUp of Mentimeter.
  2. Laat de leerlingen in tweetallen of kleine groepjes praten over de stelling en hun mening vormen. Moedig hen aan om te bespreken waarom ze wel of niet van avocado's houden en welke gerechten ze het lekkerst vinden.
  3. Vraag vervolgens aan elk groepje om hun mening te delen met de klas. Laat ze hun argumenten geven en eventueel een voorbeeld geven van een gerecht met avocado dat ze lekker vinden. Dit kan zonder of met telefoons. Het is hierbij de bedoeling dat er een discussie/gesprek komt zodat de leerlingen actief mee doen. Dit hoeft niet lang te duren als het hun enthousiasme voor het onderwerp maar aanwakkert. ± 5 min.  
  4. Stimuleer een discussie met de hele klas over de verschillende meningen en geef ruimte voor vragen en opmerkingen. Probeer als docent een open en respectvolle sfeer te creëren, waarin iedereen zijn of haar mening mag geven zonder bang te zijn voor kritiek.


4. Filmpje: het verborgen verhaal achter de avocado?

Behalve recepten valt er nog veel meer te leren over de avocado. De NOS zet het in het volgende filmpje even allemaal op een rijtje. Bekijk met de leerlingen het filmpje van de NOS (2 min).



Variaties

U kunt ervoor kiezen om deze opdrachten individueel of in groepjes uit te laten voeren door de leerlingen.

Kerndoelen

  • 1. De leerling leert zich mondeling en schriftelijk begrijpelijk uit te drukken.
  • 6. De leerling leert deel te nemen aan overleg, planning, discussie in een groep
  • 38. De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun omgeving te plaatsen.
  • 41. De leerling leert de atlas als informatiebron te gebruiken en kaarten te lezen en te analyseren om zich te oriënteren, zich een beeld van een gebied te vormen of antwoorden op vragen te vinden. 
  • 42. De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu.
  • 46. De leerling leert over de verdeling van welvaart en armoede over de wereld, hij leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu, en relaties te leggen met het (eigen) leven in Nederland.

Bronnen

  • Video NOS "Avocado: goed voor jou, minder voor het milieu" | NOS op 3: https://www.youtube.com/watch?v=irtwXTZx5aI