Logo One Planet

Avocado's (Mexico): Transport

Lesbrief voor docenten

De avocado moet ver reizen om in Nederland te komen. Heb je je ooit afgevraagd hoe deze vrucht helemaal vanuit de andere kant van de wereld naar jullie keuken komt? We gaan ontdekken welke vervoersmiddelen de avocado moet nemen om hier te komen, hoeveel stappen er tussen de boer - bijvoorbeeld in Mexico - en jouw huis zitten, en wat voor invloed dit heeft op onze planeet.

In deze lesmodule leren leerlingen over de impact van het transport van avocado's vanuit bijvoorbeeld Mexico naar Nederland op het milieu en waarom CO2 daarbij een belangrijke rol speelt. Als docent ga je samen met de leerlingen onderzoeken welke vervoersmiddelen er nodig zijn en hoeveel stappen er tussen de boer in Mexico en de supermarkt in Nederland zitten. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan de impact van dit transport op het milieu en bekijken ze een filmpje waarin ze meer leren over de impact van CO2. 

1. De route van de avocado

In deze opdracht leren leerlingen over het transport van avocado's en de impact hiervan op het milieu. Het vervoer van avocado's vanuit het land van oorsprong (bijvoorbeeld Mexico) naar Nederland zorgt namelijk voor CO2-uitstoot. In tweetallen gaan leerlingen aan de slag met het in de juiste volgorde zetten van de stappen die de avocado aflegt voordat hij op ons bord belandt. Om de opdracht uit te voeren, hebben de leerlingen een lijst met stappen van de reis van de avocado van Mexico naar Nederland


  1. Verdeel de klas in tweetallen en geef elk tweetal een werkblad met de stappen van het transportproces van de avocado.
  2. Leg kort uit dat de leerlingen in tweetallen de juiste volgorde van de stappen moeten bepalen die de avocado aflegt voordat deze op ons bord belandt. Wijs erop dat het gaat om het transportproces vanuit Mexico naar Nederland.
  3. Laat de leerlingen samenwerken en de stappen in de juiste volgorde op het werkblad plaatsen.


Antwoorden: 6 - 2 - 4 - 3 - 5 - 7 - 9 - 8


2. CO2-uitstoot van avocado's

Deze opdracht gaat over CO2 en het belang van deze stof in relatie tot het transport van avocado's. Hierbij komt ook de verbranding van bomen aan bod en de CO2-uitstoot van schepen, vliegtuigen en auto's die betrokken zijn bij het transport.


  1. Introduceer het onderwerp door te vertellen dat het transport van avocado's zorgt voor CO2-uitstoot en dat het belangrijk is om te begrijpen wat CO2 is en waarom het belangrijk is om er iets aan te doen.
  2. Bekijk samen met de leerlingen het filmpje om meer te leren over de effecten van CO2 op het klimaat en de gevolgen van klimaatverandering.
  3. Bespreek daarna met de leerlingen wat ze hebben geleerd over CO2, het broeikaseffect en de gevolgen van klimaatverandering. Bespreek ook welke rol het transport van avocado's speelt in klimaatverandering. Moedig ze aan om vragen te stellen en hun eigen ideeën te delen. Geef eventueel extra uitleg of informatie over het onderwerp om de leerlingen te helpen de informatie beter te begrijpen.
  4. Vervolg de les met de opdrachten die verder ingaan op het transport van avocado's en de CO2-uitstoot die daarbij komt kijken.


Filmpje


Extra uitleg CO2

CO2 is een gas dat van nature voorkomt in de lucht en belangrijk is voor het leven op aarde. Maar als er te veel CO2 in de lucht komt, kan dat leiden tot problemen. Omdat we steeds meer CO2 de lucht in pompen door fabrieken, auto's en koeien, versterkt het broeikaseffect. Dat zorgt ervoor dat de aarde opwarmt en het klimaat verandert. In 2021 is de aarde al 1,1 graden opgewarmd ten opzichte van 1850. Dat zorgt voor extreem weer, bosbranden, hittegolven en zeespiegelstijging.


3. Op zoek naar groene routes

Bij deze opdracht kijken de leerlingen terug naar de vorige opdracht waarbij ze hebben geleerd over het transport van avocado's Ze bespreken welke vervoermiddelen bijdragen aan de CO2-uitstoot en worden gestimuleerd om kritisch en creatief na te denken over oplossingen om de CO2-uitstoot van avocado-transport te verminderen.


  1. Begin de les door terug te kijken naar de vorige opdrachten en herhaal kort de bevindingen van de leerlingen over de weg die de avocado aflegt voordat deze op ons bord belandt.
  2. Bespreek klassikaal de volgende vragen:
    - Hoe vaak zit de avocado in een vrachtwagen?
    - Welk(e) ander(e) vervoermiddel(len) gebruikt de avocado?
  3. Vraag vervolgens aan de leerlingen: "Hoe kunnen we de CO2 uitstoot van het vervoer van avocado's omlaag brengen?" Als docent kun je de discussie begeleiden door vragen te stellen die de leerlingen helpen om na te denken over concrete acties die genomen kunnen worden om de CO2-uitstoot te verminderen. Moedig ze aan om creatief te zijn en oplossingen te bedenken die duurzaam zijn en rekening houden met het milieu.
  4. Noteer antwoorden op bord/flip-over en evalueer de opdracht met de klas. Bespreek de antwoorden in de klas en laat de leerlingen elkaars ideeën aanvullen en verbeteren. Zo krijgen ze inzicht in de impact van hun eigen keuzes en hoe ze een positieve bijdrage kunnen leveren aan het milieu.


Tips

  • Opdracht 2: U kunt de stappen printen en uitknippen, zodat leerlingen ze op de juiste volgorde moeten leggen. Noteer antwoorden op het bord/flip-over.
  • Variaties: Opdracht 2 en 3 kunnen ook in groepjes of zelfstandig uitgevoerd worden in plaats van in tweetallen.

Bronnen

  • Artikel over de effecten van bosbranden op boomsoorten - VRT "Een op de drie boomsoorten dreigt uit te sterven": https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2021/09/01/een-op-de-drie-boomsoorten-met-uitsterven-bedreig%20d/

Kerndoelen

  • 1. De leerling leert zich mondeling en schriftelijk begrijpelijk uit te drukken. 
  • 5. De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen.
  • 6. De leerling leert deel te nemen aan overleg, planning, discussie in een groep.
  • 30. De leerling leert dat mensen, dieren en planten in wisselwerking staan met elkaar en hun omgeving (milieu), en dat technologische en natuurwetenschappelijke toepassingen de duurzame kwaliteit daarvan zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden.
  • 38. De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun omgeving te plaatsen.
  • 42. De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu.