Logo One Planet
Foto: ILO
Foto: ILO

Chocolade: Mensenrechten (Indonesië)

Lesbrief voor docenten

In deze tegel leren de leerlingen over de leefomstandigheden van de cacaoboeren en hoe zij moeten werken om de chocolade te maken die wij eten. Ze zullen leren wat hun rechten zijn als kind. Deze rechten zijn belangrijk voor alle kinderen in de wereld, maar worden helaas niet altijd nageleefd. 

De opdrachten in het kort

De opdrachten in deze module zijn onder andere het bespreken van het weekbudget van een cacaoboer, het kijken van een video over kinderarbeid in de cacaosector en het maken van een quiz over het kinderrechtenverdrag. Daarnaast worden leerlingen gestimuleerd om na te denken over hoe kinderrechten worden geschonden in de cacaosector en om oplossingen te bedenken.

1. Kies verstandig: het weekbudget van een cacaoboer

Introduceer het onderwerp van de lesmodule (de situatie van cacaoboeren in ontwikkelingslanden en de mogelijke schending van kinderrechten in de cacaosector) en leg kort uit wat de leerlingen kunnen verwachten.


U kunt de onderstaande tekst uitleggen, of de klas deze zelf laten lezen.


Chocolade wordt gemaakt van cacaobonen, die verbouwd worden door cacaoboeren. Helaas worden deze boeren vaak niet eerlijk behandeld en worden hun mensenrechten geschonden. Er is veel ongelijkheid, onrecht, en uitbuiting. Cacaoboeren verdienen maar 1 euro per dag of soms zelfs minder. Een persoon heeft 2,50 euro per dag nodig om te kunnen leven. Er is dus een groot verschil tussen wat de cacaoboeren verdienen en wat ze nodig hebben.


Therese is een cacaoboer in Indonesië. Samen met haar man verbouwt zij cacaobonen. Door ongelijkheid verdient Therese nog minder dan haar man. Vrouwen verdienen namelijk ongeveer vijf keer minder dan mannelijke cacaoboeren, terwijl ze even hard werken. Therese en haar man verdienen samen 1,20 per dag. Dat is 8,40 euro per week. Ze hebben acht kinderen die ze allemaal graag naar school willen sturen.


Opdracht: Laat de leerlingen in groepen van 4 bekijken hoe Theresa en haar man hun weekbudget van 8,40 euro het beste kunnen besteden om voor hun acht kinderen te zorgen.


Kosten levensbehoeften in Indonesië per week:

  • Eten voor 1 persoon: €0,50
  • School voor 1 persoon: €1,-
  • Medicijnen: €2,-
  • Kleding voor 1 persoon: €0,20


Er zijn bij deze opdracht geen goede of foute antwoorden, zolang leerlingen hun antwoord goed onderbouwen. Laat ze nadenken over hoe belangrijk elk item is en hoeveel geld eraan uitgegeven moet worden. Bespreek de keuzes van de groepjes en laat ze nadenken over hoe het zou zijn om in de positie van Theresa en haar man te zitten.


2. Oriëntatie kinderarbeid en kinderrechten

Laat de leerlingen klassikaal of individueel de video over kinderarbeid in de cacaosector bekijken. 


Doe daarna klassikaal de Kahoot quiz over het kinderrechtenverdrag en bespreek de antwoorden.



3. Het kinderrechtenverdrag

Groepsopdracht: Maak groepjes van 4 of 5 leerlingen, verdeel de 42 kinderrechten over de groepjes. (bijv. In een klas van 20: 4 groepjes van 5, ieder groepje krijgt 10 kinderrechten toegewezen.)


In de pdf staat informatie over de toegewezen kinderrechten. Leerlingen beantwoorden en bespreken vragen over kinderrechten en hoe deze van toepassing zijn op wat ze geleerd hebben in de lesmodule en de daarin genoemde kinderarbeid in de cacaosector. Laat ze aan de klas uitleggen welke kinderrechten zij het belangrijkst vinden en waarom. De docent spoort leerlingen aan om na te denken over mogelijke oplossingen voor de problemen in de cacaosector en wat zij zelf kunnen doen. Bespreek de oplossingen van de groepjes en geef feedback op hun ideeën.


De leerlingen beantwoorden de volgende vragen over deze rechten: 

  • Van welke rechten heb jij nog nooit gehoord? 
  • Met welke rechten heb jij iedere dag te maken? 
  • Welke recht vind jij het belangrijkst? 
  • Welke kinderrechten worden geschonden bij kinderarbeid in de cacaosector? [Als kinderen gedwongen worden om te werken in de cacaosector, welke kinderrechten worden dan geschonden?]
  • Kunnen jullie bedenken wat er gedaan kan worden om deze kinderrechten te beschermen en kinderarbeid in de cacaosector tegen te gaan?


Variaties

Opdracht 1: Leg leerlingen andere situaties voor. Laat ze opnieuw de uitgaven bepalen en uitleggen wat de consequenties zijn voor het gezin. Kies een of meer van de volgende scenario's of verzin er zelf een.

  • 1 (of 2) van hun kinderen wordt chronisch ziek en heeft medicijnen nodig. 
  • Door overheidsprogramma's wordt de prijs van school verlaagd naar 0,50 euro per week.
  • De oudste 2 kinderen kunnen werken en kunnen ieder 0,60 euro bijdragen per week aan het inkomen, maar kunnen hierdoor niet naar school. Laat aan leerlingen de keuze of ze hun 2 kinderen ook laten werken voor het extra inkomen.
  • Oogsten mislukken, waardoor de prijs van voedsel omhoog gaat naar 0,60 euro per week per persoon.
  • Door Fair-Trade regels verdubbelt het inkomen van Therese en haar man (naar 16,80 euro per week).


Bronnen

  • Fairtrade - "Bijna 1,6 miljoen kinderen aan het werk in cacao": https://www.fairtradenederland.nl/nieuws/bijna-16-miljoen-kinderen-aan-het-werk-in-cacao/
  • Fairtrade - "Gek op chocola? Hekel aan onrecht?": https://www.fairtradenederland.nl/blog/gek-op-chocola-hekel-aan-onrecht/
  • UNICEF - Kinderrechten spreekbeurtpakket: https://www.unicef.nl/jeugd/spreekbeurt
  • Video Kinderarbeid - educatieve film 2016 | UNICEF: https://www.youtube.com/watch?v=UgUPer7AyQw
  • Kahoot quiz Inleiding kinderrechten: https://play.kahoot.it/v2/?quizId=65be4562-90a1-49ab-b3e2-20fca5e30092
  • UNICEF - PDF Kinderrechten: https://www.unicef.nl/files/Kinderrechtenboekje%20covers%20jan2021.pdf


Kerndoelen
  • 1. De leerling leert zich mondeling en schriftelijk begrijpelijk uit te drukken.
  • 6. De leerling leert deel te nemen aan overleg, planning, discussie in een groep.
  • 7. De leerling leert een mondelinge presentatie te geven.
  • 8. De leerling leert verhalen, gedichten en informatieve teksten te lezen die aan zijn belangstelling tegemoet komen en zijn belevingswereld uitbreiden.
  • 20. De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen
  • 30. De leerling leert dat mensen, dieren en planten in wisselwerking staan met elkaar en hun omgeving (milieu), en dat technologische en natuurwetenschappelijke toepassingen de duurzame kwaliteit daarvan zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden.
  • 36. De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan.
  • 46. De leerling leert over de verdeling van welvaart en armoede over de wereld, hij leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu, en relaties te leggen met het (eigen) leven in Nederland.
  • 47. De leerling leert actuele spanningen en conflicten in de wereld te plaatsen tegen hun achtergrond, en leert daarbij de doorwerking ervan op individuen en samenleving (nationaal, Europees en internationaal), de grote onderlinge afhankelijkheid in de wereld, het belang van mensenrechten en de betekenis van internationale samenwerking te zien.